23.3°C, 1Bft. Inloggen

Dagelijks reglement van de Delftse Studentenroeivereniging Proteus-Eretes 

Artikel 1. Elk lid ziet toe op de juiste naleving van dit dagelijks reglement en eventuele andere regels of regelingen. Bij overtreding van deze regels, ter beoordeling van het bestuur, kan het bestuur, zoals gedefinieerd in Artikel 149 van het Huishoudelijk Reglement, een straf opleggen, het zijnde een berisping, werkzaamheid, boete, schorsing van ten hoogste een jaar of ontzegging van het lidmaatschap, zoals gedefinieerd in Artikel 132 van het Huishoudelijk Reglement.

Toegang tot het gebouw

Artikel 2. Toegang tot het terrein en het verenigingsgebouw hebben:

  1. leden en kandidaatsleden
  2. ereleden
  3. leden van verdienste
  4. introducé(e)s mits geïntroduceerd bij het bestuur, waarbij het bestuur kan besluiten introducé(e)s niet toe te staan
  5. reünisten 

Artikel 3. Het bestuur en de beheercommissie kunnen leden de toegang tot het verenigingsgebouw ontzeggen, mits, naar hun inschatting, één van de volgende redenen van toepassing zijn:

  1. Ongepast gedrag
  2. Sluiting van het gebouw

Artikel 4. Het terrein en gebouw van de vereniging zijn toegankelijk binnen de openingstijden die door het bestuur aangegeven zijn.

  1. De commissieruimtes en keuken zijn niet beschikbaar voor 9:00. De wc’s, kleedkamers, hal, verenigingsruimte, loods en trainingsruimte zijn vanaf uiterlijk 7:00 beschikbaar. Toegang tot alle ruimtes kan eerder worden gegeven wanneer een sleutelhouder dit verschaft.
  2. Bij een tijdelijke wijziging van de openingstijden dient het bestuur de leden uiterlijk 24 uur van tevoren op de hoogte te stellen via een bericht op de website van de vereniging.
  3. Uitzonderingen kunnen worden aangevraagd bij het bestuur welke hierover zullen besluiten.

Artikel 5. De deurcode van het gebouw is informatie enkel bestemd voor leden en reünisten van de vereniging. Bij een wijziging van de deurcode van het gebouw dient het bestuur de leden op de hoogte te stellen via een mail.

Artikel 6. Toegang tot de Materieel- en Loodswerkplaats hebben:

  1. bestuursleden
  2. leden van de materieelcommissie
  3. leden van de loodscommissie
  4. leden van de vervoerscommissie
  5. leden met toestemming van het bestuur

Artikel 7. Toegang tot de bestuurskamer hebben:

  1. Bestuursleden
  2. Leden met toestemming van het bestuur

Artikel 8. Toegang tot het beheerhok en fustenhok hebben:

  1. Bestuursleden
  2. Leden van de beheercommissie
  3. Leden met toestemming van het bestuur of beheercommissie

Artikel 9. Toegang tot het magazijn hebben:

  1. Bestuursleden
  2. Leden van de vervoerscommissie
  3. Motorbootbestuurders van de vereniging
  4. Leden van de mediacommissie
  5. Leden van de Proteus-Eretes Introductiecommissie
  6. Leden van de inroeicommissie
  7. Leden van de winterwedstrijdencommissie
  8. Leden van de Proteus-Eretes in ’t Langcommissie
  9. Leden van de beheercommissie
  10. Leden met toestemming van het bestuur

Artikel 10. Toegang tot het IRIS-hok hebben:

  1. Bestuursleden
  2. Leden van de tijdwaarnemingscommissie
  3. Leden van de Live Video Commissie
  4. Leden met toestemming van het bestuur of de tijdwaarnemingscommissie

Artikel 11. Degene die het laatst van het water komt, is verplicht:

  1. alle lichten uit te doen in de loods en op het vlot
  2. de kraan dicht te doen en de slang op te rollen
  3. eventueel materieel dat zich buiten bevindt, naar binnen te brengen, waaronder bokjes en schragen
  4. de loodsdeuren te sluiten en te vergrendelen

Artikel 12. Degene die het verenigingsgebouw afsluit is verplicht:

  1. alle lichten in het verenigingsgebouw uit te doen
  2. alle kranen dicht te doen van zowel water als verwarming.
  3. alle eventuele materieel dat zich buiten bevindt, naar binnen te brengen
  4. alle deuren en ramen te sluiten
  5. het hek naar het vlot op slot te doen
  6. het hek van de oprit dicht te doen
  7. alle ventilatiesystemen in het gebouw uit te schakelen
  8. het inbraakalarmsysteem aan te zetten
  9. het koffiezetapparaat uit te schakelen

Artikel 13. Degene die het laatst de ergometerruimte verlaat, is verplicht:

  1. de muziekinstallatie uit te schakelen
  2. de ventilatiesystemen uit te schakelen
  3. het licht uit te doen

Artikel 14. Wanneer er maar één lid aanwezig is in het verenigingsgebouw en deze het gebouw verlaat, dient het lid het verenigingsgebouw zo achter te laten dat een vreemde niet zomaar het gebouw binnen kan lopen.

Artikel 15. Voor privégebruik van de verenigingsruimte, voor speciale bijeenkomsten of voor vergaderingen dient men vooraf contact op te nemen met de commissaris extern van de beheercommissie. Om de verenigingsruimte te gebruiken voor een verenigingsdoeleinde moet er contact worden opgenomen met de secretaris van het bestuur. Het bestuur kan uit verenigingsbelang te allen tijde een afschrijving ongedaan maken.

Artikel 16. Op avonden dat de keuken niet gebruikt wordt is deze af te schrijven om voor verenigingsdoeleinden eten te maken. De keuken dient:

  1. Vooraf afgeschreven te worden via het afschrijfboek zoals gedefinieerd in Artikel 48.
  2. Na gebruik netjes en schoon achtergelaten te worden
    1. Wanneer het bestuur of de beheercommissie de keuken niet schoon acht, dan wordt de vorige gebruiker volgens het digitale afschrijfboek verantwoordelijk gehouden hiervoor en kan verzocht worden om de keuken schoon te maken.
    2. Als het bestuur of de beheercommissie een persoon of groep opdraagt de keuken schoon te maken dient dit voor de volgende avond te gebeuren.

Artikel 17. Voor het gebruik van een commissiekamer dient deze:

  1. Vooraf afgeschreven te worden via het afschrijfboek zoals gedefinieerd in Artikel 48
  2. Achteraf netjes opgeruimd achtergelaten te worden. Dit houdt onder andere het dicht draaien van de verwarming, het uit doen van de lichten, het opruimen van spullen die zij mee de ruimte in hebben genomen en het sluiten en vergrendelen van de (terras)deuren in.

Orde in het gebouw

Artikel 18. Fietsen dienen in de fietsenstallingen geplaatst te worden. Het gebouw en het terrein aan de waterzijde dienen vrij te zijn van fietsen. Fietsen mogen wel op het terrein aan de waterzijde staan wanneer deze voor transport met de botenwagen klaargezet moeten worden.

Artikel 19. In het gehele gebouw en op het gehele terrein is het verboden te roken en drugs te gebruiken.

Artikel 20. Wanneer de bar gesloten is dienen leden de bar en de barzolder netjes opgeruimd achter te laten. Hieronder valt onder andere:

  1. Het opruimen van spullen voor het gebruik van de koffie- en theeapparatuur
  2. Het opruimen en afwassen van gebruikte borden, glazen, bestek en dergelijke voorzieningen van de vereniging

Artikel 21. Thee en koffie mag men gratis nuttigen, met uitzondering van tijdens evenementen.

Artikel 22. Wanneer de bar open is dient men glaswerk terug te brengen naar de bar.

Artikel 23. Glaswerk is enkel toegestaan op de barzolder.

  1. Bij het ontstaan van scherven worden deze per direct opgeruimd door de veroorzaker.
  2. Voor gebroken glaswerk van de vereniging dient er afgerekend te worden bij de beheercommissie.

Artikel 24. Posters en aankondigingen mogen alleen aangeplakt worden in overeenstemming met het plakbeleid. Voor het plakbeleid dient men de commissaris loods te raadplegen. Het is alleen toegestaan om posters vast te plakken met afplaktape.

Artikel 25. Voor het gebruik van de verengingstelefoon ten behoeve van de vereniging doeleinden moet men het bestuur raadplegen.

Artikel 26. Stickers mogen nergens binnen, op of rond het verenigingsgebouw geplakt worden.

Artikel 27. Mits toestemming is verleend door de commissaris materieel of commissaris loods kan gebruik worden gemaakt van verenigingsgereedschap en -materiaal dat na gebruik direct moeten worden teruggelegd. Ontbrekende stukken gereedschap of door onjuist gebruik beschadigd gereedschap dient vergoed of vervangen te worden door de lener.

Artikel 28. In het geval dat een minderjarige (jonger dan 18 jaar) alcoholische dranken nuttigt of als een meerderjarige alcoholhoudende dranken verschaft aan een minderjarige, gelden de volgende sancties:

  1. Bij de eerste overtreding zullen de overtreder(s) een boete krijgen.
  2. De daaropvolgende keren is het bestuur ook bevoegd de overtreder(s) een maand schorsing op te leggen naast de in het vorige lid genoemde boete.

Artikel 29. In het gehele gebouw en op het gehele terrein is het verboden om te strepen.

Artikel 30. Aanstootgevend taalgebruik kan worden gezien als wangedrag.

Roeien en sturen

Artikel 31. Er mag niet geroeid worden:

  1. Tussen zonsondergang en zonsopkomst.
  2. Wanneer het zicht minder dan tweehonderd meter is.
  3. Bij storm, waarbij het criterium de actuele windkracht van de windvlagen in Hoek van Holland is. Vanaf windkracht 7 geldt een vaarverbod voor achten, vanaf windkracht 8 geheel vaarverbod.
  4. Bij ijsvorming. Dit is wanneer er zichtbaar ijs op de Schie ligt.
  5. Gedurende hagel.
  6. Bij onweer of de dreiging tot onweer. Het bestuur geeft uitsluitsel over de dreiging van het onweer.
  7. Wanneer de absolute buitentemperatuur lager is dan twee graden Celsius onder nul. De actuele temperatuur valt te vinden op de website van de KNMI onder de locatie Hoek van Holland. Bij temperaturen lager dan het vriespunt mogen overnaedsche boten het water niet op.
  8. Als er een Algemene Vergadering plaatsvindt of de vereniging in rouw is. In deze situaties mogen er ook geen trainingen op de vereniging plaats vinden.

In deze omstandigheden zal er meestal een bordje “vaarverbod” in de loods hangen en/of zal dit ook op de verenigingswebsite aangegeven worden. Ook zonder dit bordje en of mededeling op de verengingssite is, bij de genoemde omstandigheden, een vaarverbod van kracht. Coach of stuurman dient op naleving van het vaarverbod toe te zien. De hele ploeg blijft echter zelf verantwoordelijk en kan dus zo nodig bestraft worden. Het bestuur geeft te allen tijde uitsluitsel over het al dan niet gelden van een vaarverbod.

Artikel 32. De stuur is verantwoordelijk voor het naleven van de voorschriften en reglementen en is verplicht alle maatregelen te nemen die dat vereisen. De roeiers zijn verplicht de, door de stuur gegeven bevelen, te gehoorzamen. In ongestuurde boten worden de commando’s gegeven door één van de roeiers.

Artikel 33. Voordat er wordt uitgezet, wordt er eerst gekeken of er geen andere boten aankomen.

Artikel 34. Houd de boot van de kant als er een gemotoriseerde boot aankomt, zodat de boot niet tegen de kant kaatst.

Artikel 35. Tijdens het roeien dienen leden zich aan het binnenvaartpolitiereglement te houden. Daarnaast dient er op de twee smalle stukken van de Schie (eerste direct na de Kruithuisbrug richting Rotterdam en de tweede rond de werf) niet te worden rondgemaakt.

Artikel 36. Voor elk boottype, behalve de oefenskiff, C1x, C2 en oudere C4’en zoals aangegeven door de commissaris materieel, moet een aanvraag worden ingediend bij de commissaris materieel.

Artikel 37. Voor de volgende materieeltypes is een skifftest vereist:

  1. 1x
  2. C1x, hiervoor geldt een speciale C1x skifftest
  3. 2-/x, zowel boeg als slag
  4. 4-/x, hier bepaalt het bestuur per ploeg of en hoeveel skifftesten noodzakelijk zijn.

Artikel 38. In de boottypes 2- en 2x mag alleen geroeid worden wanneer beide roeiers voor de desbetreffende boot afschrijfrechten hebben via hun ploeg of wel persoonlijk.

Artikel 39. Men mag pas in een 2x/- roeien wanneer de boeg twee keer een training heeft geskift of in een C1 heeft gevaren tot ten minste de Kandelaarbrug. De roeiers en coaches dienen hierop toe te zien.

Artikel 40. Op zondag mag er niet geroeid worden in een oefenskiff wanneer de roeier al een skifftest heeft.

Artikel 41. Het materieel dient te allen tijde met de grootste mogelijke zorg behandeld te worden. Hieronder valt onder andere:

  1. Voor gebruik:
    1. Boten mogen slechts betreden worden met blote voeten, sokken of gymschoenen.
    2. Harde voorwerpen zoals bidons dienen in de boot te worden ingepakt in een sok
    3. Boten horen gebruikt te worden met de bijbehorende bankjes en riemen
    4. Dienen, indien aanwezig, luchtdoppen gesloten te worden.
  2. Na gebruik:
    1. Dienen, indien aanwezig, luchtdoppen geopend te worden.
    2. Dienen de boot en riemen afgespoten en afgedroogd te worden
    3. Als er vuil op de riemen of boot zit dienen deze schoongemaakt te worden met reinigingsmiddel.
    4. Wanneer het vriest of er nachtvorst wordt verwacht mogen boten en riemen niet afgespoten worden maar dienen deze wel goed afgedroogd te worden.
    5. Zowel riemen als boot dienen op hun eigen plaats in de loods teruggelegd te worden.

Artikel 42. Men mag pas een 4+/* sturen als men daarvoor minimaal vier keer een C4+ heeft gestuurd. Een 8+ sturen mag als men daarvoor minimaal vier keer een 4+/* heeft gestuurd. De roeiers en de coaches dienen hierop toe te zien.

Artikel 43. Wanneer men voor het eerst een bepaald boottype stuurt, dient dit van tevoren bij de coaches en roeiers gemeld te worden. Dit geldt ook wanneer de boeg stuurt.

Artikel 44. Ploegen dienen te allen tijde onder begeleiding van minstens 1 meerijdende coach per 2 boten te varen. Uitzonderingen hierop zijn:

  1. Wedstrijdroeiers in skiffs, deze mogen 1 coach per 3 skiffs.
  2. Op zondagen in de zomer mag er zonder coach gevaren worden. Zoals in Artikel 43 wordt omschreven.
  3. Ploegen en individuele leden die dispensatie van het bestuur hebben verkregen.

Artikel 45. Alleen leden mogen roeien of sturen in boten van de vereniging. Leden van andere roeiverenigingen en overige personen dienen vooraf toestemming te vragen bij het bestuur.

Artikel 46. Leden mogen slechts ergometeren op de ergometers waartoe hij/zij toelating heeft. De volgende type ergometers bestaan:

  1. Wedstrijd ergometers bedoeld voor leden zoals gedefinieerd in Artikel 113 van het huishoudelijk reglement. Of als de commissaris materieel hier toestemming voor gegeven heeft.
  2. Nieuwe Competitie ergometers bedoeld voor leden zoals gedefinieerd in Artikel 113, Artikel 120.b, Artikel 120.c van het huishoudelijk reglement en aangewezen door de commissaris materieel.
  3. Overige competitie ergometers bedoeld voor de alle leden.

Artikel 47. De ergometers staan in de ergometerruimte in de loods en mogen enkel verplaatst worden met toestemming van de commissaris materieel. De ergometer dient na gebruik te worden schoongemaakt en (indien van toepassing) teruggezet te worden op zijn originele plaats.

Artikel 48. Indien men gebruik heeft gemaakt van de roeibakken dient men direct daarna de spullen hiervoor op de juiste plaats op te bergen en het deksel op de bak te leggen.

Artikel 49. Een spar wordt gedefiniëerd als een van tevoren bepaalde afstand die gelijktijdig gevaren wordt door meerdere ploegen met wedstrijdkarakter. Men dient bij een spar minimaal twee keer van tevoren het nummer te hebben gestuurd waar men de spar in stuurt.

Artikel 50. Een grootschalige spar wordt gedefiniëerd als een spar waar meer dan 3 grote nummers (8+’en, 4+/*’en, C4+/*’en) ofwel meer dan 5 kleine nummers (C1x’en, 1x’en, 2x/-’en, C2+/*’en) aan meedoen. Indien er een grootschalige spar georganiseerd wordt, dan dient de organiserende partij minstens:

  1. Een stuurliedeninstructie te geven. De stuurliedeninstructie moet minimaal 2 dagen van tevoren naar de commissaris materieel gestuurd worden. Hierin worden in ieder geval beschreven:

    • Gevaarlijke punten

    • Inhaalverboden (indien van toepassing)

    • De baan

  2. Roeiverenigingen die van de Delftse Schie gebruik maken op de hoogte te stellen. 

Artikel 51. Om overlast tegen te gaan is het niet toegestaan om tussen te bespreken naast de Kandelaarbrug aan de Rotterdam kant. Tussenbespreken kan wel naast de Kandelaarsbrug aan de Delft kant.

Artikel 52. Er staat een verbod op het gebruiken van een megafoon (ook wel toeter genoemd) tussen de volgende hectometerpaaltjes: 34,5 - 34,9 “Delftse Schie”. Tenzij er zich een gevaarlijke situatie voordoet waar een roeier of stuur gewaarschuwd moet worden.

Digitale afschrijfboek

Artikel 53. Al het afschrijfbare materieel dient voor gebruik te worden afgeschreven in het digitale afschrijfboek zoals bedoeld in Artikel 47 Dit is niet nodig wanneer een speciale regeling hierover is getroffen met de commissaris materieel.

Artikel 54. Bij een afschrijving in het digitale afschrijfboek dient genoteerd te worden:

  1. De begintijd van het gebruik
  2. De eindtijd van het gebruik
  3. De naam van het afgeschreven materieel of ruimte
  4. De naam van de persoon of groep die het materieel of ruimte gaat gebruiken

Als 1 van deze dingen mist of incorrect genoteerd is kan het bestuur de afschrijving als ongeldig verklaren.

Artikel 55. Bij het afschrijven van materieel mag een ploeg voor de volgende twee weken elke dag 1 afschrijving per boot, coxbox, ergometer, rowperfect, spinfiets of roeibak plaatsen.

Artikel 56. Als een lid of ploeg het materieel of de ruimte toch niet gaat gebruiken dient zij de afschrijving hierop vooraf te annuleren.

Artikel 57. Als een lid of ploeg 15 minuten na de begintijd, genoemd bij de afschrijving, niet aanwezig is vervalt de afschrijving.

Artikel 58. Het bestuur mag een afschrijving verwijderen wanneer:

  1. Deze ongeldig is.
  2. Wanneer het bestuur dit nodig acht wegens verenigingsbelang.

Artikel 59. Elke roeier dient een materiaalcursus gevolgd te hebben die gegeven kan worden door de Zweth of de commissaris materieel. Wanneer minder dan 80% van de ploeg de cursus heeft gevolgd dan zullen er geen afschrijfrechten worden verschaft voor gladde 4en en 8en. Voor 2’tjes en skiffs is het voor de hele ploeg of persoon verplicht om een materiaalcursus gevolgd te hebben. De commissaris materieel mag uitzonderingen maken op deze regel indien nodig.

Schade

Artikel 60. Indien er iets mankeert (hetzij kapot is, hetzij ontbreekt) aan het materieel dient dit genoteerd te worden in het digitale schadeboek met vermelding van datum, tijdstip, namen der verantwoordelijke leden (indien bekend), locatie van de schade en de reden van het ontstaan van de schade (indien bekend). Grote schade dient persoonlijk te worden gemeld bij de commissaris materieel of een ander bestuurslid.

Artikel 61. Indien er iets mankeert aan het verenigingsgebouw (hetzij kapot is, hetzij ontbreekt) dient dit gemeld te worden bij de commissaris loods of genoteerd te worden in het schadeboek met vermelding van datum, tijdstip, evt. namen der verantwoordelijke leden (indien bekend) en de reden van het ontstaan van de schade (indien bekend). Grote schade dient persoonlijk te worden gemeld bij de commissaris loods of een ander bestuurslid.

Artikel 62. Schade aan (of verloren gaan van) materieel of het gebouw door nalatigheid of ruwe behandeling, dit ter beoordeling van het bestuur, kan bestraft worden. De kosten resulterend hierdoor kunnen verrekend worden aan de veroorzaker.

Artikel 63. Bij harde wind dienen de loodsdeuren zoveel mogelijk gesloten gehouden te worden.

Verplichte werkzaamheden

Artikel 64. De commissaris loods, of een ander bestuurslid, geeft door middel van een schoonmaakrooster op de website, opdracht aan een lid dan wel meerdere leden om het gebouw of een gedeelte daarvan schoon te maken. Zo nodig, naar inzicht van het controlerende bestuurslid, laat hij/zij dit beter doen. Het afkopen van een schoonmaaktaak kost 20,- euro.

Artikel 65. De commissaris extern, of een ander commissielid van de beheercommissie, geeft door middel van een afwasrooster op de website, minstens twee weken van tevoren, aan een lid dan wel meerdere leden om de afwas en schoonmaak van de keuken te doen bij maaltijden gekookt op de vereniging, welke voornamelijk, maar niet uitzonderlijk, verzorgd worden door de kookcommissie. Zo nodig, naar het inzicht van een commissielid van de beheercommissie, laat hij/zij dit beter doen. Het lid zal blijven totdat een commissielid van de beheercommissie aangeeft dat de taak voldaan is. Het afkopen van een afwastaak kost 20,- euro. 

Artikel 66. Wanneer een lid aangeeft te willen worden uitgeschreven aan het einde van het collegejaar en vanaf dan geen gebruik meer maakt van de faciliteiten van de vereniging; wordt zowel het aantal openstaande schoonmaaktaken als het aantal openstaande afwastaken verlaagd tot 1.

Artikel 67. Het bestuur bepaalt aan het begin van het jaar het aantal medewerkerstaken voor de leden. Deze medewerkerstaken gelden voor de door de verenging georganiseerde evenementen in dat jaar. De leden dienen hierover te worden geïnformeerd bij hun lidmaatschapsbevestiging. De omvang en duur van de medewerkerstaak worden bepaald door de voorzitter van de evenementencommissie. Het niet uitvoeren van een medewerkerstaak resulteert in een werkzaamheid, zoals beschreven in Artikel 132 van het Huishoudelijk Reglement, met dezelfde omvang van een medewerkerstaak.

Artikel 68. De commissaris wedstrijdroeien of commissaris toerroeien wijst ploegen aan die bij wedstrijden de boten helpen op- en afladen voor vervoer. Deze ploegen dienen op tijd aanwezig te zijn.

Artikel 69. Voor het transport dient de boot schoongemaakt te worden en tevens gecontroleerd te worden op gebreken. Riggers, drukstangen en bankjes dienen op ordentelijke wijze samengebonden en met een waterbestendig label duidelijk gelabeld te worden. De moertjes dienen handvast aangedraaid te worden. Binnen twee dagen na terugkomst van de wedstrijden dienen de boten weer opgeriggerd op hun plek in de loods te liggen.

Artikel 70. De commissaris wedstrijdroeien of commissaris toerroeien wijst ploegen aan die voor, bij en na wedstrijden de boten moeten op- of afriggeren dit moeten zij uiterlijk 48 uur van tevoren mededelen aan de ploeg. Zij mogen hiervoor een deadline stellen die de ploegen moeten naleven.

Artikel 71. De commissaris materieel, of de commissaris loods geeft, indien hij/zij dit nodig acht, of naar aanleiding van een aanwijzing van een lid van de materieel- of loodscommissie, een lid dan wel meerdere leden de opdracht een deel van de vloot of het gebouw een grondige onderhoudsbeurt te geven. Hij/Zij bepaalt wat hieronder wordt verstaan, en zijn/haar oordeel is bindend.

Artikel 72. Op of rond 4 april zal in het kader van de sociëteitsdies onderhoud worden verricht. Alle leden, zeker eenieder die dan gaat trainen, wordt geacht hierbij mee te werken. 

Artikel 73. In de zomer kan elke wedstrijd- en competitieroeier een zomerklus aangewezen krijgen om uit te voeren. Taken worden opgesteld en toegewezen door de commissaris materieel en commissaris loods.

Testen

Artikel 74. Ieder lid moet gedurende de inroeitijd de matcie-instructie hebben gevolgd. Deze instructie wordt verzorgd door de materieelcommissie.

Artikel 75. Het uitvoeren van en oefenen voor een skifftest is alleen mogelijk op zondag als het water warm genoeg is (>10°C), dit wordt aangegeven door het bestuur. Het oefenen voor de C1x skifftest is hiervan uitgezonderd.

Artikel 76. Oefenen voor een skifftest gebeurt voor het vlot. Een lid dat zijn skifftest al heeft moet vanaf het vlot de boot in de gaten houden.

Artikel 77. Voor het behalen van een skifftest moeten de volgende handelingen goed worden uitgevoerd:

  1. Verantwoord omgaan met het materieel
  2. Weten wanneer je wel en niet mag varen
  3. Boot vanuit de stelling tillen naar het water
  4. Correct plaatsen riemen
  5. Uitzetten
  6. Omkijken en bijsturen
  7. Rondmaken en strijken
  8. Houden en noodstop met strijken
  9. Aanleggen
  10. Uitstappen
  11. Boot uit het water naar bokjes tillen
  12. Boot terugleggen in de stelling

Barpas

Artikel 78.

  1. Een barpas bevat een tegoed dat alleen aan de bar, en alleen met een barpas kan worden besteed.
  2. Een barpas kan alleen aangevraagd worden door de eigenaar van de barpas.
  3. Wanneer de eigenaar de barpas aanvraagt gelden altijd de volgende voorwaarden:
    1. De eigenaar van de barpas is eindverantwoordelijke voor de barpas.
    2. Negatieve en positieve turftegoeden worden verrekend bij de eigenaar van de barpas bij het beëindigen van de barpas.
  4. De vereniging is niet aansprakelijk voor verlies en diefstal van barpassen, en het gebruik van het turftegoed.

Cameraopnamens

Artikel 79. In het verengingsgebouw zijn beveiligingscamera’s geplaatst. De beelden worden voor vier weken bewaard en zullen daarna worden verwijderd. Alleen het bestuur heeft toegang tot de camerabeelden welke alleen bekeken mogen worden:

  1. Bij schade aan verengingseigendommen
  2. Bij ongepast gedrag van aanwezigen
  3. Bij evenementen om meer overzicht te krijgen
  4. Bij schade/verlies van persoonlijke eigendommen
  5. Als er reden is om te denken dat een incident plaatsvindt

Verenigingsvoertuig

Artikel 80. Het verenigingsvoertuig dient enkel door commissies of het bestuur voor verenigingsdoeleinden gebruikt te worden. Indien het voertuig niet in gebruik is dan is deze ook voor de volgende doeleinden te gebruiken:

  1. Het ophalen van omgeslagen of andere nood behoevende leden;
  2. Als EHBO voertuig bij een evenement;
  3. Overige bestuursgerelateerde zaken; dit kan vijf dagen voor gebruik worden vastgelegd.

Artikel 81. Alle reserveringen zijn tot 14 dagen van te voren onder voorbehoud. Tot die tijd heeft het bestuur het recht bij meerdere aanvragen het busje toe te kennen aan de gebruiker met het grootste verenigingsbelang. Binnen de periode van 14 dagen wordt het voertuig automatisch toegekend aan de eerste binnengekomen aanvraag.

Artikel 82. Indien commissies de huurkosten van vervoer kunnen verhalen op een externe partij is het nog steeds mogelijk het verenigings voertuig te gebruiken. Mochten er meerdere aanvragen binnen dit tijdsbestek zijn gedaan dan dient de commissie wel ander vervoer te regelen op kosten van de externe partij.

Artikel 83. Tijdens een wedstrijdweekend heeft het vervoer naar de wedstrijd voorrang. Bij meerdere wedstrijden beslist het bestuur wie recht heeft op het gebruik. Indien er in het wedstrijdweekend geen aanvragen gedaan zijn dan is deze vrij voor het gebruik van andere verenigingsdoeleinden.

Artikel 84. Bij meerdere aanvragen in een wedstrijdweekend zal de partij die het eerst moet vertrekken voorrang krijgen.

 

Oktober 2022